Indexering Alimentatie 2023 Berekenen

Indexering Alimentatie 2023 Berekenen
Alimentatie 2023 berekenen – Je kunt de alimentatie indexering van 2023 als volgt berekenen: neem het alimentatiebedrag van de partner- en/of kinderalimentatie van dit jaar. Vervolgens vermenigvuldig je dit bedrag met het indexeringspercentage van 3,4 procent. Wij bieden hier een gratis berekentool voor. Maak gebruik van onze gratis alimentatie berekentool.

Hoeveel indexering 2023 alimentatie?

Elk jaar verhoging alimentatie – Als u alimentatie betaalt, moet u op 1 januari meer betalen. De overheid maakt in november bekend hoeveel procent meer u betaalt in het volgende jaar. Vanaf 1 januari 2023 is dat 3,4%.

Hoe indexatie onderhoudsgeld berekenen?

Wanneer ? – Het bedrag van de onderhoudsbijdrage moet jaarlijks geïndexeerd worden. Je moet het bedrag telkens indexeren op de eerste dag van de maand waarin je voor het eerst een bijdrage betaalde, Stel dat de eerste betaling doorgaat op 5 oktober 2020, dan moet het bedrag elk jaar daarna op 1 oktober geïndexeerd worden.

Is indexering kinderalimentatie verplicht?

Berekenen alimentatie na indexering – Om te berekenen wat voor effect de indexering heeft op de alimentatie kun je bij onze berekenmodule terecht. Hier kun je gemakkelijk berekenen hoe hoog het bedrag vanaf 1 januari moet zijn. De berekening kun je voor zowel de partner- als de kinderalimentatie gebruiken. Vul je de module in, dan kan dat op twee manieren.

Vul het geïndexeerde bedrag van afgelopen jaar in; Vul het oorspronkelijke alimentatiebedrag in en geef aan in welk jaar dit is afgesproken.

Vanaf 1 januari 2023 wordt de alimentatie met 3,4 procent verhoogd. Gebruik de berekening om uit te rekenen wat het nieuwe alimentatiebedrag gaat worden. Het toepassen van de indexering is verplicht. Indien jouw ex weigert kunnen wij jou helpen dit bedrag terug te vorderen!

Stap 1: Bel of app onze juridisch adviseurs Stap 2: We bespreken jouw situatie en beantwoorden jouw vragen Stap 3: Samen vinden we de beste oplossing voor jouw situatie

Stap 1: Vul ons contactformulier in en wij bellen je vrijblijvend terug Stap 2: We bespreken jouw situatie en beantwoorden jouw vragen Stap 3: Samen vinden we de beste oplossing voor jouw situatie

: Indexering alimentatie

Hoeveel is jaarlijkse indexering?

Indexcijfer der consumptieprijzen – Inflatievooruitzichten – De onderstaande inflatievooruitzichten van juni 2023 tot december 2024 die door het Federaal Planbureau werden opgesteld zijn gebaseerd op observaties tot mei 2023 van Statbel, Die vooruitzichten houden rekening met de termijnmarktnoteringen van 22 mei 2023.

  • De olieprijs zou gemiddeld 78 dollar per vat bedragen in 2023 en 73 dollar per vat in 2024.
  • De wisselkoers van de euro zou uitkomen op gemiddeld 1,08 dollar per euro in 2023 en 1,10 dollar per euro in 2024.
  • Op basis van die maandvooruitzichten zou de gemiddelde jaarinflatie (nationaal indexcijfer der consumptieprijzen, NICP) in 2023 op 3,9% en in 2024 op 3,3% uitkomen, tegenover 9,59% in 2022 en 2,44% in 2021.

De groeivoet van de zgn. ‘gezondheidsindex’ – die onder meer gebruikt wordt bij de berekening van de indexering van lonen, sociale uitkeringen en huurprijzen – zou in 2023 gemiddeld 4,3% en in 2024 3,6% bedragen, tegenover 9,25% in 2022 en 2,01% in 2021.

Spilindex 125,60 zou bereikt worden door de afgevlakte gezondheidsindex in november 2023, Als gevolg daarvan zouden de sociale uitkeringen in december 2023 en de wedden van het overheidspersoneel in januari 2024 met 2% aangepast worden aan de gestegen levensduurte. De volgende spilindex (128,11) zou bereikt worden in maart 2024, Als gevolg daarvan zouden de sociale uitkeringen in april 2024 en de wedden van het overheidspersoneel in mei 2024 met 2% aangepast worden aan de gestegen levensduurte. De daaropvolgende spilindex (130,67) zou bereikt worden in december 2024, Als gevolg daarvan zouden de sociale uitkeringen in januari 2025 en de wedden van het overheidspersoneel in februari 2025 opnieuw met 2% aangepast worden aan de gestegen levensduurte.

Elke eerste dinsdag van de maand (met uitzondering van augustus) worden de inflatievooruitzichten geactualiseerd op basis van de laatst beschikbare informatie. Volgende update: 4 juli 2023 om 14u,

Hoeveel indexering januari 2023?

Indexprognose voor het PC 200 – In het paritair comité nr.200 worden de lonen eenmaal per jaar geïndexeerd in de maand januari. De indexering is er dus niet gekoppeld aan de spilindex. De lonen in het PC 200 kenden in januari 2023 een historisch hoge indexering van 11,08%.

Hoe hoog is de indexering 2023?

© ANP Consumentengoederen en -diensten waren in maart 4,4 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, meldt het CBS. In februari was de inflatie 8,0 procent. Het CBS publiceert naast het algemene inflatiecijfer maandelijks ook wat de inflatie is exclusief de prijsontwikkeling van energie (gas, elektriciteit en stadsverwarming) en brandstof.

In maart waren consumentengoederen en –diensten exclusief energie en motorbrandstoffen 8,1 pr ocent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar. In februari was de prijsstijging op jaarbasis eveneens 8,1 pro cent. De inflatie wordt elke maand gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar.

De CPI geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door de Nederlandse huishoudens. Een inflatie van 4,4 procent in maart 2023 betekent dat de prijzen van consumentenproducten 4,4 proc ent hoger zijn dan in maart 2022.

Inflatie (CPI)

jaar maand Inflatie (CPI) (% verandering t.o.v. een jaar eerder) Inflatie (CPI) exclusief energie en motorbrandstoffen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
2018 januari 1,5 1,2
2018 februari 1,2 1
2018 maart 1 0,8
2018 april 1,1 0,8
2018 mei 1,7 1,2
2018 juni 1,7 1,1
2018 juli 2,1 1,4
2018 augustus 2,1 1,4
2018 september 1,9 1,2
2018 oktober 2,1 1,5
2018 november 2 1,6
2018 december 2 1,6
2019 januari 2,2 1,7
2019 februari 2,6 2
2019 maart 2,8 2,2
2019 april 2,9 2,2
2019 mei 2,4 1,8
2019 juni 2,7 2,2
2019 juli 2,5 2,3
2019 augustus 2,8 2,7
2019 september 2,6 2,5
2019 oktober 2,7 2,6
2019 november 2,6 2,3
2019 december 2,7 2,3
2020 januari 1,8 2,1
2020 februari 1,6 2
2020 maart 1,4 2,2
2020 april 1,2 2,3
2020 mei 1,2 2,4
2020 juni 1,6 2,6
2020 juli 1,7 2,6
2020 augustus 0,7 1,5
2020 september 1,1 1,9
2020 oktober 1,2 2,1
2020 november 0,8 1,7
2020 december 1 1,8
2021 januari 1,6 2,1
2021 februari 1,8 2
2021 maart 1,9 1,7
2021 april 1,9 1,3
2021 mei 2,1 1,5
2021 juni 2 1,4
2021 juli 1,4 0,5
2021 augustus 2,4 1,5
2021 september 2,7 1,5
2021 oktober 3,4 1,6
2021 november 5,2 2,3
2021 december 5,7 2,4
2022 januari 6,4 2,7
2022 februari 6,2 2,9
2022 maart 9,7 3,1
2022 april 9,6 4,1
2022 mei 8,8 4,4
2022 juni 8,6 4,7
2022 juli 10,3 5,7
2022 augustus 12 6
2022 september 14,5 6,5
2022 oktober 14,3 6,9
2022 november 9,9 6,8
2022 december 9,6 7,5
2023 januari 7,6 7,7
2023 februari 8 8,1
2023 maart 4,4 8,1

Wie bepaalt de indexering alimentatie?

Alimentatie berekenen: hoe werkt dat? – Partneralimentatie en kinderalimentatie berekenen, hoe gaat dat in zijn werk? De rechter bepaalt de hoogte van de kinderalimentatie en de partneralimentatie. Rechters hebben samen normen ontwikkeld voor het berekenen van de alimentatie. De hoogte van de kinderalimentatie berekenen zij in drie stappen.

  1. De rechter bepaalt wat de behoefte is van de kinderen aan kinderalimentatie.
  2. De rechter bepaalt welk bedrag degene die alimentatie moet betalen kan missen. Dit wordt draagkracht genoemd. Er wordt ook rekening gehouden met de draagkracht van degene die de kinderen verzorgt.
  3. De rechter vergelijkt de draagkracht en de behoefte aan alimentatie met elkaar (punt 1 en punt 2). Vervolgens verdeelt de rechter de behoefte van de kinderen in de juiste verhouding tot de draagkracht van beide partners.

De draagkrachtruimte is in eerste instantie bedoeld voor kinderalimentatie. Als er daarna nog ruimte over is, kan de rechter ook een netto partneralimentatie berekenen en vaststellen. Het alimentatiebedrag wordt ieder jaar aangepast (indexering), zodat het meestijgt met de gemiddelde loonstijging.

Hoe werkt de indexering?

Indexering is het aanpassen van geldbedragen aan een indexcijfer, Vaak betreft dit aanpassing aan de inflatie zodat het reële bedrag gelijk blijft, d.w.z. dezelfde (gemiddelde) koopkracht blijft vertegenwoordigen. De inflatie wordt bijvoorbeeld afgemeten aan de consumentenprijsindex (CPI).

Dit is een gewogen gemiddelde prijsindexcijfer van het gemiddelde huishouden. Indexering kan bijvoorbeeld van toepassing zijn bij loon, pensioen, sociale zekerheid, woninghuur, alimentatie, heffingskortingen en boetes, maar ook op vrijgestelde bedragen en grensbedragen van de grondslag, zoals de inkomensgrenzen in box 1,

Aanpassing van tarieven uitgedrukt in een percentage zijn minder nodig, maar wordt bijvoorbeeld wel toegepast bij het eigenwoningforfait, op basis van de ontwikkeling van de huurprijzen in verhouding tot die van de eigenwoningwaarden. Soms wordt indexering incidenteel niet toegepast, of voor een langere termijn niet of slechts gedeeltelijk toegepast (zie bijv.

houdbaarheidsbijdrage ), om geleidelijk de reële waarde te verminderen. De mate waarin het resultaat wordt afgerond varieert sterk: de afrondfout varieert van zeer gering (als bijv. een bedrag in de orde van € 1000 op centen wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde bedrag: de afrondfout is dan niet groter dan 0,0005%) tot vrij aanzienlijk (als bijv.

een percentage in de orde van 0,7% op een veelvoud van 0,05%-punt naar beneden wordt afgerond: de afrondfout kan ruim 7% bedragen). In zulke gevallen is er soms een bepaling zoals “Indien in het voorafgaande jaar een dergelijke afronding is toegepast, wordt bij de vervanging uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag.”, soms met “kan,

Hoe wordt de indexering bepaald?

Het indexcijfer van de consumptieprijzen geeft het verloop weer van het prijspeil van een goederen- en dienstenpakket dat representatief is voor de uitgaven van de gezinnen. Het indexcijfer van de consumptieprijzen – beter gekend als ‘de index’ – meet de prijsevolutie van de goederen en diensten die de gezinnen consumeren.

  • Dit indexcijfer wordt maandelijks bepaald aan de hand van de waarde van een ‘korf’ met de belangrijkste consumptiegoederen en diensten.
  • Het verloop van de indexcijfers toont de evolutie van de levensduurte voor de gezinnen.
  • Uit het indexcijfer van de consumptieprijzen, dat rekening houdt met het prijsverloop van alle goederen en diensten, wordt nog een ander indexcijfer afgeleid, het zogenaamde gezondheidsindexcijfer,

Dit cijfer houdt geen rekening met de prijs van tabaksproducten, alcoholhoudende dranken, benzine en diesel. Het gezondheidsindexcijfer wordt gebruikt om de indexering van de huurprijzen te berekenen, ongeacht of het gaat om onroerende goederen gebruikt als woning of voor commerciële doeleinden.

Wat is een normaal bedrag aan alimentatie?

Stel uw vragen telefonisch – In een gemiddeld gezin met twee kinderen en een modaal inkomen kost een kind volgens het NIBUD per maand ongeveer € 400,-. Op basis van het TREMA-rapport komt de alimentatie dan per kind uit op € 140,- per maand. Meestal liggen de bedragen voor kinderalimentatie tussen € 100,- en € 500,- per kind per maand.

Aftrekbaarheid partneralimentatie verlaagd vanaf 2020 Duur partneralimentatie vijf jaar vanaf 2020 Hoe lang alimentatie ontvangen of betalen? Alimentatie aanvragen en berekenen Partneralimentatie berekenen Kinderalimentatie 2023 TREMA 2023 Alimentatie berekenen Indexering alimentatie 2023 is 3,4% Belasting en alimentatie Partneralimentatie en nieuwe hypotheek Ouderschapsplan en kinderalimentatie Berekening kinderalimentatie gratis Recht op alimentatie NIBUD kosten van kinderen Alimentatie betalen

Is samenwonen van invloed op kinderalimentatie?

Ik betaal alimentatie – U blijft dezelfde kinderalimentatie betalen als uw ex gaat samenwonen met een nieuwe partner. Maar dat kan veranderen als deze nieuwe partner stiefouder wordt of ouderlijk gezag krijgt over uw kinderen.

Heeft iedereen recht op indexering?

Alles hangt af van het paritair comité waar jouw werkgever onder valt. Om te weten of jouw loon geïndexeerd wordt, moet je dus eerst weten tot welk paritair comité je behoort. Binnen een bedrijf vallen arbeiders en bedienden vaak onder een ander paritair comité en kunnen dus andere regels gelden voor de loonindexering.

  1. Elke Belgische onderneming uit de privésector behoort tot een paritair comité, bepaald door de activiteit van het bedrijf.
  2. Een bouwonderneming valt bijvoorbeeld onder PC 124.
  3. Maar zo eenvoudig is het niet altijd.
  4. De indeling in paritair comités dateert van 1968 en is gebaseerd op de economie en de industrieën van toen.

Ze is dus vaak achterhaald. Om zeker te zijn welk paritair comité van toepassing is, raadpleeg je best je loonfiche.

Welke indexering 2023?

Loon- en prijsindex 2023 – Auxilium De voorlopige eerst gepubliceerde indexpercentages voor de indexering vanaf januari 2023 zijn:

Cao-loonindex (Cao lonen per maand incl. bijzondere beloningen) 3,2% Consumentenprijsindex (CPI, alle huishoudens) 10%

Indexatie pensioenuitkering Veel uitkerende pensioenen worden in de maand januari geïndexeerd. Welk indexpercentage hierbij gehanteerd moet worden, hangt af van wat hierover in de pensioenovereenkomst is bepaald. In de meeste DGA-pensioenovereenkomsten is vastgelegd dat de pensioenen na ingang zoveel mogelijk waarde- of welvaartsvast zijn.

Welvaartsvast = indexeren aan de hand van de stijging van de lonen. Waardevast = indexeren aan de hand van de prijsstijgingen.

Beperken of niet uitvoeren indexatie Een verhoging met 3,2% of zelfs 10% betekent een grote aanslag op de middelen in de BV. Is echter een indexatie toegezegd, dan kan deze niet zomaar worden beperkt of overgeslagen. Over het algemeen neemt de Belastingdienst het standpunt in dat indexatie moet plaatsvinden, indien er meer vermogen in de BV zit dan nodig is voor één jaar uitkering.

Wordt de verhoging beperkt of helemaal niet uitgevoerd, dan kan dat een sanctie opleveren: progressieve LB/IB heffing over de commerciële waarde van het pensioen plus 20% revisierente. Voorlopig of definitief indexcijfer Als er in de pensioenovereenkomst verder niets is vermeld, zal de indexatie in januari formeel wellicht op basis van het definitieve indexcijfer moeten gebeuren.

Omdat de definitieve indexcijfers echter pas later in het jaar bekend zijn, wordt in de praktijk over het algemeen aangesloten bij de voorlopige cijfers. De Cao-loonindexen die het CBS publiceert hebben gedurende lange tijd een voorlopig karakter; gedurende het gehele jaar kan maandelijks de Cao-loonindex over het voorafgaande jaar worden bijgesteld.

  1. Voor het prijsindexcijfer maakt het CBS medio februari het definitieve percentage bekend.
  2. Let op ODV-uitkeringen : de ODV-uitkeringen worden niet aan de hand van deze indexpercentages aangepast.
  3. ODV-uitkeringen zijn afhankelijk van het gemiddelde U-rendement.
  4. De ODV-uitkeringen worden ook niet standaard per 1 januari aangepast, maar per de uitkeringsverjaardag.

: Loon- en prijsindex 2023 – Auxilium

Hoeveel hou je netto over van de indexering?

Hoe hoger het loon, hoe meer je ook netto in procenten overhoudt. Wie 7.000 euro bruto verdient, houdt van een indexering met 2 procent 1,54 procent extra nettoloon over. Bij 5.500 euro is dat 1,25 procent.

Hoeveel mag ik indexeren?

Maximale huurverhoging vrijesectorwoning – Voor 2022 is de maximum huurverhoging voor een vrijesectorwoning 3,3%. De huurverhoging moet uw verhuurder wel met u afspreken in het huurcontract. Voor 2023 is de maximum huurverhoging 4,1%. Het maximum aan de jaarlijkse huurverhoging geldt voor 3 jaar. Dus tot 1 mei 2024.

Hoeveel stijgen lonen 2023?

Kleinste stijging bij gesubsidieerde instellingen – Van de drie onderscheiden sectoren stegen de cao-lonen in het eerste kwartaal van 2023 het meest bij de overheid en de particuliere bedrijven (bij beide 5,3 procent). De sector gesubsidieerde instellingen (waaronder het merendeel van de zorg) bleef daarbij achter (3,6 procent).

Ontwikkeling cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen

1 e kwartaal 2022* (% verandering t.o.v. een jaar eerder) 1 e kwartaal 2023* (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
Totaal 2,7 5,0
Overheid 2,8 5,3
Particuliere bedrijven 2,6 5,3
Gesubsidieerde instellingen 3,1 3,6
*voorlopige cijfers

Welke indexering 2023?

Loon- en prijsindex 2023 – Auxilium De voorlopige eerst gepubliceerde indexpercentages voor de indexering vanaf januari 2023 zijn:

Cao-loonindex (Cao lonen per maand incl. bijzondere beloningen) 3,2% Consumentenprijsindex (CPI, alle huishoudens) 10%

Indexatie pensioenuitkering Veel uitkerende pensioenen worden in de maand januari geïndexeerd. Welk indexpercentage hierbij gehanteerd moet worden, hangt af van wat hierover in de pensioenovereenkomst is bepaald. In de meeste DGA-pensioenovereenkomsten is vastgelegd dat de pensioenen na ingang zoveel mogelijk waarde- of welvaartsvast zijn.

Welvaartsvast = indexeren aan de hand van de stijging van de lonen. Waardevast = indexeren aan de hand van de prijsstijgingen.

Beperken of niet uitvoeren indexatie Een verhoging met 3,2% of zelfs 10% betekent een grote aanslag op de middelen in de BV. Is echter een indexatie toegezegd, dan kan deze niet zomaar worden beperkt of overgeslagen. Over het algemeen neemt de Belastingdienst het standpunt in dat indexatie moet plaatsvinden, indien er meer vermogen in de BV zit dan nodig is voor één jaar uitkering.

Wordt de verhoging beperkt of helemaal niet uitgevoerd, dan kan dat een sanctie opleveren: progressieve LB/IB heffing over de commerciële waarde van het pensioen plus 20% revisierente. Voorlopig of definitief indexcijfer Als er in de pensioenovereenkomst verder niets is vermeld, zal de indexatie in januari formeel wellicht op basis van het definitieve indexcijfer moeten gebeuren.

Omdat de definitieve indexcijfers echter pas later in het jaar bekend zijn, wordt in de praktijk over het algemeen aangesloten bij de voorlopige cijfers. De Cao-loonindexen die het CBS publiceert hebben gedurende lange tijd een voorlopig karakter; gedurende het gehele jaar kan maandelijks de Cao-loonindex over het voorafgaande jaar worden bijgesteld.

Voor het prijsindexcijfer maakt het CBS medio februari het definitieve percentage bekend. Let op ODV-uitkeringen : de ODV-uitkeringen worden niet aan de hand van deze indexpercentages aangepast. ODV-uitkeringen zijn afhankelijk van het gemiddelde U-rendement. De ODV-uitkeringen worden ook niet standaard per 1 januari aangepast, maar per de uitkeringsverjaardag.

: Loon- en prijsindex 2023 – Auxilium

Hoe vaak indexering?

Krijg ik in januari de volledige indexering van mijn loon? Brussel, 25 november 2022- De automatische loonindexering verwijst naar een aantal mechanismen die afgestemd zijn op de afgevlakte gezondheidsindex zoals die wordt vastgelegd door het Planbureau.

  • Het systeem is specifiek voor België.
  • Elke maand berekent dat Planbureau de impact van de inflatie waarop de loonindexering gebaseerd wordt.
  • Afhankelijk van de sector treden vervolgens verschillende mechanismen in werking voor de exacte berekening van de indexering.
  • De algemene werking van de loonindexering vindt u,

Loonindexering: voor wie, wanneer en welke limiet? De loonindexering voor werknemers in de publieke sector is bij wet vastgelegd. Voor werknemers in de privésector bestaan er verschillende benaderingen afhankelijk van de Collectieve Arbeidsovereenkomsten (CAO’s).

Enerzijds een indexering op een vaste datum, bijvoorbeeld 1 januari 2023, die van toepassing is op bepaalde sectoren. Het percentage van de indexering wordt trapsgewijs bestudeerd en officieel vastgelegd kort voor de einddatum. Anderzijds een indexering die wordt toegepast telkens wanneer de stijging van de afgevlakte gezondheidsindex (dit is het viermaandelijks gemiddelde van de prijzenindex waaruit bepaalde producten van de index van de consumptieprijzen zijn verwijderd) een bepaald niveau bereikt, de zogenaamde “spilindex”. Deze benadering wordt vaak gebruikt in de publieke sector en de non-profitsector. In dit geval volgt de frequentie van de indexering de evolutie van de inflatie.

Welke lonen worden in januari geïndexeerd? Het percentage van de indexering op 1 januari aanstaande is niet gelijk voor alle sectoren:

voor sommige zal het gebaseerd zijn op de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex van de maanden november van de twee voorgaande jaren; voor andere baseert men zich op de index van december of op het gemiddelde van de maanden november of december van de twee voorgaande jaren.

Deze verschillen zullen geen aanleiding geven tot grote variaties tussen de verschillende paritaire comités. In de vorige wettelijke expertise beschreven we de verschillende “families” van mechanismen. Een sector waarvoor de indexering eenmaal per jaar wordt toegepast, past niet noodzakelijk die van januari toe.

  1. Het is evenmin zo dat een indexering volgens een spilindex ook op hetzelfde moment gebeurt als in andere sectoren die dit type indexering toepassen (soms is het de maand volgend op de overschrijding, soms de tweede maand die volgt, soms is de index niet dezelfde, ).
  2. De werknemers die het verschil in een keer zullen ontvangen zijn degene van wie het loon jaarlijks wordt geïndexeerd in januari (of februari, bijvoorbeeld voor de koetswerksector).

Voor de indexeringen volgens de spilindex is een indexering in december 2022 nog mogelijk (en dit ook elke maand die volgt). Bovendien wordt er in bepaalde sectoren niet op een vaste datum geïndexeerd. Kan de werkgever de loonindexering beperken? Bepaalde sectoren indexeren enkel het sectorbarema (op een vaste of variabele datum), zoals bijvoorbeeld:

100 : aanvullend paritair comité voor de werklieden 117 : werklieden van de petroleumnijverheid en -handel 310 : banken 319.01/02 : opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse/Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. 326 : gas- en elektriciteitsbedrijf 336 : vrije beroepen

In deze sectoren zou een deel van de werknemers geen enkele indexering kunnen krijgen omdat ze betaald worden boven het sectorbarema. Een werkgever kan echter vrijwillig beslissen om de lonen automatisch te indexeren, zelfs als die hoger zijn dan die van de sector.

Zo kan een onderneming bijvoorbeeld beslissen om toch een indexering toe te passen voor alle lonen, ondanks het feit dat de sector enkel een indexering voorziet voor de baremieke bedragen. In dit geval kan de onderneming eventueel de manier wijzigen waarop ze de indexering toepast voor de lonen boven het barema.

Overzicht van de indexeringen in de belangrijkste sectoren

Jaarlijkse indexering (januari):

110 : textielverzorging 118 : arbeiders uit de voedingsnijverheid 119 : arbeiders uit de voedingshandel 144 : arbeiders uit de landbouw 145 : tuinbouwbedrijven 149,01 : elektriciens 200 : aanvullend nationaal paritair comité voor de bedienden: residuaire sector van de bedienden (dit is het grootste paritair comité van België) 220 : voedingsnijverheid 226 : bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek 302 : werknemers uit de horeca 323 : sector van het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden 333 : toeristische attracties 340 : bedienden uit de orthopedische technologieën 341 : bemiddeling bank- en beleggingsdiensten

Jaarlijkse indexering (februari):

149.02 : arbeiders uit de koetswerksector

Halfjaarlijkse indexering (januari en juli):

136 : arbeiders uit de papier- en kartonbewerking 222 : bedienden uit de papier- en kartonbewerking

Driemaandelijkse indexering:

124 : arbeiders uit het bouwbedrijf 126 : arbeiders uit de sector van de stoffering en de houtbewerking, op voorwaarde dat de indexering hoger is dan 0,5% 340 : arbeiders uit de orthopedische technologieën

Indexering wanneer de spilindex wordt overschreden:

100 : aanvullend paritair comité voor de werklieden: 2% op een variabel moment, alleen voor de baremieke lonen. Arbeiders die volgens barema betaald worden in PC 100 kregen in 2022 een indexering van 2% in januari, maart, mei, augustus en november. In december 2022 is een nieuwe indexering mogelijk. 120 : textielnijverheid: indexering in januari, april, juli en oktober 2022 volgens een gemengd model tussen spilindex en kwartaalbegin. 132 : ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, volgens een gemengd model tussen spilindex en kwartaalbegin. 130 : drukkerij en dagbladbedrijf: 2% op een variabel moment. Het betreft een aanpassing van alle lonen met het verschil tussen het nieuwe baremieke loon en het oude baremieke loon. Indexering toegepast in januari, februari, mei, augustus en oktober 2022. In december 2022 is een nieuwe indexering mogelijk. 152.02 : Franstalig onderwijs: 2% in februari, april, juni en september 2022. 201 : zelfstandige kleinhandel: 2% in februari, april en juli 2022: iedereen. In december 2022 is een nieuwe indexering mogelijk. 202 : 1% in januari, 2% in april en 1% in juni, juli, september, oktober en november 2022. 116 : arbeiders uit de scheikundige nijverheid: 2% in februari, april, juli, oktober en november. 322.01 : dienstencheques: 2% in februari, april, juni en oktober 2022. In december 2022 is een nieuwe indexering mogelijk. 330 : gezondheidssector: 2% in januari, maart, mei, augustus en november 2022.

Opgelet: deze lijst is niet uitgebreid. : Krijg ik in januari de volledige indexering van mijn loon?

Hoe hoog is de gemiddelde alimentatie?

Stel uw vragen telefonisch – In een gemiddeld gezin met twee kinderen en een modaal inkomen kost een kind volgens het NIBUD per maand ongeveer € 400,-. Op basis van het TREMA-rapport komt de alimentatie dan per kind uit op € 140,- per maand. Meestal liggen de bedragen voor kinderalimentatie tussen € 100,- en € 500,- per kind per maand.

Aftrekbaarheid partneralimentatie verlaagd vanaf 2020 Duur partneralimentatie vijf jaar vanaf 2020 Hoe lang alimentatie ontvangen of betalen? Alimentatie aanvragen en berekenen Partneralimentatie berekenen Kinderalimentatie 2023 TREMA 2023 Alimentatie berekenen Indexering alimentatie 2023 is 3,4% Belasting en alimentatie Partneralimentatie en nieuwe hypotheek Ouderschapsplan en kinderalimentatie Berekening kinderalimentatie gratis Recht op alimentatie NIBUD kosten van kinderen Alimentatie betalen

Waarom is alimentatie zo hoog?

Heeft de ontvanger zelf inkomen dan wordt de behoefte eventueel aangevuld door de betaler. De ontvanger heeft nooit recht op meer dan de behoefte. Als de inkomsten van de betaler hoger worden is het niet zo dat de ontvanger recht heeft op meer alimentatie. De behoefte bepaalt de hoogte.