Inflatie Berekenen Over Meerdere Jaren

Inflatie Berekenen Over Meerdere Jaren

Hoe bereken je jaarlijkse inflatie?

Hoe wordt inflatie berekend? – Voor het berekenen van de inflatie wordt gekeken naar de prijsontwikkeling van verschillende productgroepen. De huidige prijzen worden vergeleken met eerdere maanden of jaren. Om zo de ontwikkeling van de prijzen in kaart te brengen.

  1. Als de prijzen stijgen is er sprake van inflatie.
  2. Dit wordt uitgedrukt in een percentage.
  3. Stel dat de inflatie 1,8% is ten opzichte van het jaar ervoor.
  4. Dan betaal je voor een product van € 100,- het jaar erop dus € 101,80.
  5. Bij dalende prijzen is er sprake van deflatie,
  6. In Nederland stelt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) het inflatiecijfer vast.

Daarvoor kijken ze onder andere naar de ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI). Ook kijkt het CBS naar de prijsontwikkeling van bijvoorbeeld de huizenmarkt. In totaal hanteert het CBS zestien prijsindicatoren. Deze worden maandelijks bijgewerkt en vergeleken met dezelfde maand in het voorgaande jaar.

Hoeveel inflatie laatste 10 jaar?

Wat Is De Gemiddelde Inflatie Per Jaar? De gemiddelde inflatie in de afgelopen 10 jaar in Nederland was 1.66% Bij een gemiddelde jaarlijkse inflatie van 1.66%, neemt de koopkracht van je vermogen met ongeveer 50% af binnen een periode van 40 jaar. Met name het afgelopen jaar is de inflatie historisch hard gestegen.

Zo bereikte de inflatie in december 2021 5.7% en de gemiddelde CPI inflatie in Nederland in 2021 was 2.7%. Door deze recente stijging worden steeds meer mensen bewust van het effect van inflatie op hun koopkracht. Om de stijging in historische context te plaatsen vragen zij zich af hoe hoog de inflatie de afgelopen jaren eigenlijk was.

Deze pagina biedt het antwoord.

Hoeveel inflatie sinds 2015?

Inflatiecalculator

Jaartal Inflatiepercentage
2017 1.4
2016 0.3
2015 0.6
2014 1

Hoe word inflatie berekent?

Inflatie Inflatie is de gemiddelde prijsstijging van de goederen en diensten die consumenten kopen. De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar.

Hoe bereken je de gewogen inflatie?

Gemiddelde Het CPI is de maatstaf waarmee we de jaarlijkse inflatie meten. Het CPI is een samengesteld en gewogen indexcijfer, waarbij de prijsverandering van elke productgroep meetelt naar hun relatieve belang. Het samengesteld gewogen prijsindexcijfer wordt berekend door alle partiële indexcijfers te vermenigvuldigen met hun wegingsfactoren. De wegingsfactoren worden periodiek door middel van een budgetonderzoek opnieuw bepaald. Bij zo’n budgetonderzoek wordt gekeken hoeveel geld een gezin uitgeeft aan de diverse productgroepen. Op deze wijze kan het belang van de verschillende prijsstijgingen in het totaal worden bepaald. Voorbeeld:

categorie (productgroep) wegingsfactor (relatieve belang) index prijsverandering (partiële indexcijfer)
woning 28 % 104
voeding 24 % 99
ontspanning 17 % 102,5
verzorging 9 % 105
overige 22 % 101

Dat wil dus zeggen dat een pakket goederen van een gemiddeld gezin in Nederland in het afgelopen jaar (ten opzichte van het basisjaar) 1,98% duurder is geworden. Dit CPI nemen we als gemiddelde voor heel Nederland, zodat we mogen stellen dat de inflatie in Nederland ongeveer 2% bedroeg. : Gemiddelde

Hoeveel is de inflatie over de afgelopen 5 jaar?

Tabel: gemiddelde inflatie Nederland (CPI) – per jaar –

gemiddelde inflatie inflatie gemiddelde inflatie inflatie
CPI Nederland 2023 6,23 % CPI Nederland 2013 2,51 %
CPI Nederland 2022 9,97 % CPI Nederland 2012 2,46 %
CPI Nederland 2021 2,68 % CPI Nederland 2011 2,34 %
CPI Nederland 2020 1,28 % CPI Nederland 2010 1,28 %
CPI Nederland 2019 2,63 % CPI Nederland 2009 1,19 %
CPI Nederland 2018 1,70 % CPI Nederland 2008 2,49 %
CPI Nederland 2017 1,38 % CPI Nederland 2007 1,61 %
CPI Nederland 2016 0,32 % CPI Nederland 2006 1,10 %
CPI Nederland 2015 0,60 % CPI Nederland 2005 1,69 %
CPI Nederland 2014 0,98 % CPI Nederland 2004 1,26 %

Wat is de inflatiecorrectie voor 2023?

De inflatie wordt afgemeten aan de jaarlijkse verandering van consumentenprijzen. Consumentengoederen en -diensten waren in de maand mei 2023 6,1 procent duurder dan een jaar eerder.

You might be interested:  Netto Werkkapitaal Berekenen

Hoeveel inflatie correctie?

Wat is inflatiecorrectie? – Inflatiecorrectie is simpelweg een verhoging van het salaris met het percentage van de inflatie. Voor de medewerker betekent dit koopkrachtbehoud. Als de inflatie 14,5 procent is, zoals het geval was in september 2022, betekent dit dat je je medewerkers een loonsverhoging toekent van 14,5 procent.

Hoeveel was 1 euro waard in 2000?

Hoeveel was geld vroeger waard? Bereken het zelf – Wil je weten hoe rijk je zou zijn als je honderd jaar geleden zou leven? Het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis heeft alle prijsveranderingen sinds 1450 bijgehouden. Op de website van het instituut kun je berekenen hoeveel je geld vroeger waard was.

Zo kon je voor €2,50 in 1900 hetzelfde kopen als voor €54,81 in 2000. En kocht je in 1940 een huis voor 70.000 gulden? Dan blijkt dat nu een pand van ruim 600.000 euro. Lekker optrekje dus. En krijg je nu maandelijks 2100 euro aan salaris overgemaakt? Honderd jaar geleden had je dan voor net iets meer dan 32.000 euro aan spullen kunnen kopen.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Hoeveel is de index gestegen sinds 2017?

Historiek van de indexering

Index Andere recurrente loonsverhogingen
2017 1,13 % 1,1 % loonsverhoging vanaf 01/10/2017
2018 1,83 %
2019 2,16 % 1,1 % loonsverhoging vanaf 01/09/2019
2020 0,80 %

Hoe bereken je inflatie met CPI?

Consumentenprijsindexcijfer (CPI) Om de (de stijging van het algemeen prijspeil) te meten wordt er door het gebruik van het consumentenprijsindexcijfer (CPI). Het CPI is een indexcijfer en geeft de ontwikkeling weer van de prijs van goederen en diensten die worden aangeschaft door Nederlandse huishoudens.

  • Om het CPI te berekenen heeft het CBS een goederenmandje gemaakt, in dit goederenmandje zitten producten en diensten die een gemiddeld gezin koopt.
  • Elk jaar bekijkt het CBS of het goederenmandje nog actueel is en hoeveel het gezin kwijt is om deze producten en diensten te kopen.
  • In dit goederenmandje zitten bijvoorbeeld de energiekosten, woonlasten, de voedselprijzen, de prijs van de abonnementen van een gemiddeld gezin en de prijs van kleding.

Van al deze producten en diensten berekent het CBS het indexcijfer. Niet elk product of dienst telt even mee in het CPI, een gezin geeft bijvoorbeeld veel meer uit aan voedsel en wonen op jaarbasis dan aan kleding of vakanties. Hoe zwaar iets meetelt noemen we de wegingsfactor.

  1. Vermenigvuldig het indexcijfer van iedere artikelgroep met de bijbehorende wegingsfactor.
  2. Tel alle uitkomsten van stap 1 bij elkaar op.
  3. Deel je uitkomst uit stap 2 door het totaal van alle wegingen.
  4. Je uitkomst is het consumentenprijsindexcijfer.
  5. Verminder het consumentenprijsindexcijfer met 100 om de inflatie sinds het basisjaar te berekenen.

Voorbeeld In de volgende tabel zien we de verschillende artikelgroepen waar een gemiddeld gezin geld aan uitgeeft, ook zien we de weging en het indexcijfer van deze artikelgroep.

Artikelgroep Weging Indexcijfer Weging × indexcijfer
Wonen 25 101,9
Voeding 15 102,3
Kleding 10 104,5
Vervoer 10 100,2
Vrije tijd 5 98,0
Overig 35 103,0

Vermenigvuldig het indexcijfer van iedere artikelgroep met de bijbehorende wegingsfactor.

Artikelgroep Weging Indexcijfer Weging × indexcijfer
Wonen 25 101,9 2547,5
Voeding 15 102,3 1534,5
Kleding 10 104,5 1045,0
Vervoer 10 100,2 1002,0
Vrije tijd 5 98,0 490,0
Overig 35 103,0 3605,0

Tel alle uitkomsten van stap 1 bij elkaar op.

Artikelgroep Weging Indexcijfer Weging × indexcijfer
Wonen 25 101,9 2547,5
Voeding 15 102,3 1534,5
Kleding 10 104,5 1045,0
Vervoer 10 100,2 1002,0
Vrije tijd 5 98,0 490,0
Overig 35 103,0 3605,0
Totaal 10.224

Deel je uitkomst uit stap 2 door het totaal van alle wegingen.

Artikelgroep Weging Indexcijfer Weging × indexcijfer
Wonen 25 101,9 2547,5
Voeding 15 102,3 1534,5
Kleding 10 104,5 1045,0
Vervoer 10 100,2 1002,0
Vrije tijd 5 98,0 490,0
Overig 35 103,0 3605,0
Totaal 100 10.224

ul>

  • 10224 ÷ 100 = 102,24
  • Je uitkomst is het consumentenprijsindexcijfer
  • consumentenprijsindexcijfer = 102,24
  • Verminder het consumentenprijsindexcijfer met 100 om de inflatie sinds het basisjaar te berekenen.
  • inflatie sinds basisjaar = 102,24 − 100 = 2,24%
  • : Consumentenprijsindexcijfer (CPI)

    Hoeveel inflatie sinds 2017?

    Tabel –inflatie afgelopen 10 jaar

    Maand CPI inflatie Nederland
    2017 1.4%
    2018 1.7%
    2019 2.6%
    2020 1.3%

    Wat is de inflatiecorrectie?

    Het leven wordt elk jaar een stukje duurder. Dat noemen we inflatie. De overheid berekent elk jaar hoeveel duurder het leven geworden is ten opzichte van het vorige jaar. Uit die berekening komt de inflatiecorrectie dat we gebruiken om de gemiddelde inkomensstijging voor het volgende jaar te berekenen.

    Hoeveel inflatie sinds 2002?

    Inflatie 3,4 procent 4 november 2021 07:52 Aangepast 4 november 2021 07:56 In een jaar tijd is het leven voor consumenten 3,4 procent duurder geworden. Dat is de sterkste stijging sinds april 2002. Onder andere gas en elektriciteit werden vorige maand flink duurder, waardoor de inflatie opliep.

    You might be interested:  Stroomsnelheid Berekenen Met Druk

    Wat is de inflatie percentage?

    Ook toename inflatie eurozone – Naast de consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS ook de Europees geharmoniseerde prijsindex (HICP). De prijsstijging van goederen en diensten in Nederland volgens de HICP was in 2022 gemiddeld 1 1,6 pr ocent. In 2021 was de stijging van de HICP voor Nederland 2,8 pr ocent.

    Consumentenprijzen volgens de HICP in de eurozone in 2022

    Land % (% verandering van de geharmoniseerde consumentenprijsindex t.o.v. een jaar eerder)
    Frankrijk 5,9
    Malta 6,1
    Finland 7,2
    Cyprus 8,1
    Ierland 8,1
    Portugal 8,1
    Luxemburg 8,2
    Spanje 8,3
    eurozone 8,4
    Oostenrijk 8,6
    Duitsland 8,7
    Italië 8,7
    Griekenland 9,3
    Slovenië 9,3
    België 10,3
    Nederland 11,6
    Slowakije 12,1
    Letland 17,2
    Litouwen 18,1
    Estland 19,4
    Bron: CBS, Destatis, Eurostat bewerkt door CBS
    Het cijfer van Litouwen is gebaseerd op data t/m november 2022.

    De HICP wordt volgens de Europees geharmoniseerde methode berekend zodat deze kan worden vergeleken met andere lidstaten van de Europese Unie. De prijsindexcijfers voor de eurozone en de Europese Unie als geheel worden berekend uit de HICP’s van de afzonderlijke lidstaten.

    Wat is het inflatiecijfer?

    Wat is inflatie? In een markteconomie kan de prijs van goederen en diensten altijd veranderen. Sommige prijzen stijgen, andere dalen. Inflatie treedt op wanneer er sprake is van een algemene stijging van de prijzen van goederen en diensten, niet alleen van individuele producten; dat betekent dat je vandaag minder kunt kopen voor 1 euro dan gisteren.

    Hoeveel was 100 euro 10 jaar geleden waard?

    10 jaar geleden 100 euro op een spaarboekje gezet? Dan is dat nu nog slechts 87 euro waard Copyright 2017, Atit Phetmuangtong, licensed via EyeEm Mobile GmbH Als u 10 jaar geleden 100 euro op een spaarboekje had gezet, en dat geld al die tijd had laten staan, dan is die 100 euro vandaag ondanks de ontvangen rente nog slechts 87 euro waard.

    • Had u dat geld er 20 jaar geleden opgezet, dan was die 100 euro van destijds nu nog zo’n 80 euro waard.
    • Die verarming komt omdat de inflatie, de stijging van de levensduurte, meestal hoger lag dan de rente op het spaarboekje.
    • Dan verlies je aan koopkracht.
    • Door de coronacrisis zal dat ook de komende jaren het geval zijn.

    Dat de extreem lage rente vervelend is voor wie spaart is niet nieuw. Al snel na de bankencrisis van 2008 besliste de Europese Centrale Bank die rente te verlagen en tot 0% te brengen. Dat moest het sparen ontmoedigen en ons motiveren het geld te laten rollen, om zo de economie te helpen opveren.

    Dat beleid van lage rente maakt dat de banken in ons land u al jaren 0,11% totale rente per jaar bieden, het wettelijk minimum bij ons. De inflatie, de stijging van de levensduurte, lag de voorbije jaren in ons land rond de 2%. Die rekenoefening is eenvoudig: wie de voorbije jaren spaarde verloor daardoor ook telkens een beetje aan koopkracht.

    Voor hun boek “Investeren in de tweede helft van je leven” hebben Michaël Van Droogenbroeck en Knack-journalist Ewald Pironet berekend hoe groot dat effect is op langere termijn. En dat is niet min. Dat komt omdat de inflatie de voorbije 20 jaar bijna altijd hoger was dan de gemiddelde rente op een spaarboekje (lees voort onder de grafiek). “Het spaarboekje brengt bijna niets meer op”, zo zegt de volksmond omdat de rente op het spaarboekje zo laag staat. Maar het is een illusie dat het spaargeld aangroeit, want als je rekening houdt met de inflatie verlies je aan koopkracht en verarm je.

    1. De voorbije tien jaar bedroeg dat verlies in koopkracht 13%, de voorbije twintig jaar bijna 20%.
    2. De boutade dat een spaarboekje ook een verliesboekje is, was de voorbije twee decennia dan ook erg toepasselijk.
    3. En ook de toekomst ziet er voor spaarders weinig rooskleurig uit.
    4. Het beleid van lage rente zal door de coronacrisis alleen nog maar langer worden aangehouden.

    Al kort na het uitbreken van de coronacrisis besliste de Europese Centrale Bank dat haar beleid van nulrente nog jaren kan duren. Ook de komende jaren zullen spaarders bij de minste inflatie dus zeker zijn van hun verlies. Uiteraard is het spaarboekje niet de enige manier om geld dat niet meteen wordt uitgegeven te investeren, zodat het ook rendement kan opbrengen.

    Maar het spaarboekje is wel met grote voorsprong de populairste manier om dat te doen. Getuige het totale bedrag op alle Belgische spaarboekjes: dat is gestegen van 100 miljard euro in 2000 tot 300 miljard euro in 2020. Een verdrievoudiging, ondanks de extreem lage rente en ondanks het verlies in koopkracht.

    De alternatieven voor een spaarboekje zoals aandelen, obligaties en goud kunnen wat rendement betreft doorgaans heel wat betere resultaten voorleggen dan het spaarboekje. Maar al die alternatieven voor een spaarboekje hebben met elkaar ook gemeen dat ze meer risico inhouden.

    En dat zorgt bij trouwe spaarders voor heel wat wantrouwen ten opzichte van die alternatieven. Maar er speelt ook iets anders mee: onbekend maakt ook onbemind. Uit alle onderzoeken blijkt dat de financiële kennis in ons land ondermaats is. Dat zorgt er mee voor dat veel mensen automatisch voor het spaarboekje kiezen, zonder ook maar over de alternatieven na te denken.

    Van Droogenbroeck en Pironet geven in hun boek een overzicht van alle voordelen maar ook alle mogelijke risico’s van al die investeringsvormen. Maar, zeggen ze, dat zou in de eindtermen van het onderwijs moeten staan zodat het algemeen verspreide kennis wordt. : 10 jaar geleden 100 euro op een spaarboekje gezet? Dan is dat nu nog slechts 87 euro waard

    Hoeveel geld heb je nodig om 10 jaar te leven?

    Bijvoorbeeld: wat als je weet dat je 18.000 euro per jaar nodig hebt om je hypotheek, boodschappen en de rest van je leven te betalen en tegelijkertijd ook weet dat je nog tien jaar te leven hebt? Dan is de rekensom eenvoudig: 18.000 x 10 is 180.000 euro.

    Wat is jaarlijkse inflatie?

    Op deze pagina vind je de historische inflatie in de afgelopen 10 jaar in Nederland, in grafiek-en tabelvorm. De brondata op deze pagina is afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek dat prijsontwikkelingen monitort middels de consumentenprijsindex (CPI),

    De gemiddelde inflatie in de afgelopen 10 jaar in Nederland was 1.66% Bij een gemiddelde jaarlijkse inflatie van 1.66%, neemt de koopkracht van je vermogen met ongeveer 50% af binnen een periode van 40 jaar. Met name het afgelopen jaar is de inflatie historisch hard gestegen. Zo bereikte de inflatie in december 2021 5.7% en de gemiddelde CPI inflatie in Nederland in 2021 was 2.7%.

    Door deze recente stijging worden steeds meer mensen bewust van het effect van inflatie op hun koopkracht. Om de stijging in historische context te plaatsen vragen zij zich af hoe hoog de inflatie de afgelopen jaren eigenlijk was. Deze pagina biedt het antwoord.

    Hoeveel procent is de jaarlijkse inflatie?

    Ook toename inflatie eurozone – Naast de consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS ook de Europees geharmoniseerde prijsindex (HICP). De prijsstijging van goederen en diensten in Nederland volgens de HICP was in 2022 gemiddeld 1 1,6 pr ocent. In 2021 was de stijging van de HICP voor Nederland 2,8 pr ocent.

    Consumentenprijzen volgens de HICP in de eurozone in 2022

    Land % (% verandering van de geharmoniseerde consumentenprijsindex t.o.v. een jaar eerder)
    Frankrijk 5,9
    Malta 6,1
    Finland 7,2
    Cyprus 8,1
    Ierland 8,1
    Portugal 8,1
    Luxemburg 8,2
    Spanje 8,3
    eurozone 8,4
    Oostenrijk 8,6
    Duitsland 8,7
    Italië 8,7
    Griekenland 9,3
    Slovenië 9,3
    België 10,3
    Nederland 11,6
    Slowakije 12,1
    Letland 17,2
    Litouwen 18,1
    Estland 19,4
    Bron: CBS, Destatis, Eurostat bewerkt door CBS
    Het cijfer van Litouwen is gebaseerd op data t/m november 2022.

    De HICP wordt volgens de Europees geharmoniseerde methode berekend zodat deze kan worden vergeleken met andere lidstaten van de Europese Unie. De prijsindexcijfers voor de eurozone en de Europese Unie als geheel worden berekend uit de HICP’s van de afzonderlijke lidstaten.

    Hoeveel bedraagt de inflatie op jaarbasis?

    De inflatie volgens productgroep – De inflatie was hoog voor alle productgroepen. De inflatie in 2022 werd het sterkst aangedreven door de prijsstijgingen van energetische producten. De jaar-op-jaar prijsstijging van energetische producten bedroeg 57,9 % in 2022 (ten opzichte van 22,4 % in 2021 en gemiddeld 5,8 % in de periode 1997-2022).

    Maar ook de jaar-op-jaar prijsstijgingen van de andere productgroepen was hoog in 2022. De prijzen van levensmiddelen stegen met 8,3 % (ten opzichte van 0,9 % in 2021 en gemiddeld 2,5 % in de periode 1997-2022). Die grote prijsstijgingen waren het gevolg van sterk gestegen grondstoffenprijzen en afzetprijzen van de voedingsindustrie.

    De prijzen van niet-energetische industriële goederen stegen met 4,2 % (ten opzichte van 0,8 % in 2021 en gemiddeld 1,0 % in de periode 2000-2022) en de prijzen van de diensten stegen met 3,8 % (ten opzichte van 1,6 % in 2021 en gemiddeld 2,1 % in de periode 2000-2022).