Vuistregels

1. Diameter = d.
2. Straal = r.
3. d = 2 · r.
4. Hoogte = h.
5. Oppervlakte cirkel=π·r2.
6. Inhoud cilinder =π·r2·h.

Hoe reken je inhoud van cilinder?

De inhoud van een cilinder berekenen? Maar hoe werkt dit nou? Dat legt Mr. Chadd je hier uit! – Cilinders zie je overal om je heen. Denk maar aan een blikje cola, een bus Pringles chips, een blik soep en een batterij. Maar hoe bereken je de inhoud van deze voorwerpen? Je kunt hierbij niet de lengte x breedte x hoogte doen, wat je bij andere voorwerpen, zoals een kubus gewend bent. Bij het berekenen van de inhoud van een cilinder is het makkelijker om de cilinder in twee delen op te delen. Dit kun je doen door eerst de oppervlakte van de cirkel te berekenen en vervolgens het oppervlak van de cirkel te vermenigvuldigen met de hoogte van de cilinder.

• Dit is weergegeven in figuur 1.
• De oppervlakte van een cirkel bereken je door de straal van de cirkel (r) in het kwadraat te doen en dit te vermenigvuldigen met π (pi), dus oppervlakte = r² x π.
• De straal is de afstand tussen het middelpunt van de cirkel en de rand.
• Vervolgens hoef je dit alleen nog te vermenigvuldigen met de hoogte (h).

Dus inhoud = oppervlakte x hoogte = r² x π x h. Figuur 1 Weergave van hoe je het berekenen van een cilinder kunt opdelen in twee delen. Om het berekenen van de inhoud van een cilinder te oefenen staat in figuur 2 een oefening. Als plan van aanpak gaan we eerst de oppervlakte van de cirkel berekenen. Hiervoor moeten we de straal weten. In het figuur staat alleen de diameter aangeven, deze is 12 cm.

De straal (r) is altijd de helft van de diameter dus in dit geval 6 cm. Nu kunnen we de oppervlakte van de cirkel berekenen met de formule oppervlakte = r² x π = 6² x π = 113,04 cm². Vergeet hierbij niet een kwadraat boven cm te zetten omdat het de oppervlakte is. Als laatste stap moeten we dit vermenigvuldigen met de hoogte van de cilinder.

De hoogte van de cilinder is 32 cm. De eindberekening tot het antwoord van de inhoud is dan dus 113,04 x 32 = 3617,28 cm³ (ongeveer 3,6 liter dus). Figuur 2 : Voorbeeldopgave voor het berekenen van de inhoud van een cilinder. Als je dit zelf nog even verder wilt oefenen kun je altijd de cijfers veranderen van de cilinder en kijken of je het helemaal begrijpt. Veel moeite met wiskunde? Misschien is persoonlijke 1-op-1 bijles van een van onze slimme coaches wat voor jou? Andere bezoekers keken ook naar: ABC formule Leerlingen die hier vragen over hebben, keken ook naar: Inhoud en oppervlakte Inhoud van een piramide berekenen Oppervlakte en inhoud van figuren

Hoe bereken je de inhoud van een pan uit?

De inhoud is gelijk aan pi (3.14) x de straal in het kwadraat x de hoogte. Dus: 3.14 x 27 x 27 x 45 = 103000 cm3. Dat is 103 liter.

Hoe bereken je de diameter uit?

Je gebruikt daarbij de volgende formule: diameter = omtrek / pi. Deze formule kan je ook gebruiken om de omtrek te berekenen. Als je weet wat de diameter is, gebruik je de formule: diameter * pi = omtrek.

Hoeveel liter is 10 cm?

Hectoliter, centiliter, weet jij hoe het zit met al die liters? – Mr. Chadd legt het je piekfijn uit! Een liter is een maat die gebruikt wordt om een hoeveelheid van een vloeistof aan te duiden. Ook wordt een liter gebruikt om aan te geven hoeveel inhoud iets heeft.

Bijvoorbeeld: De kofferbak van deze auto heeft een laadruimte van 100 liter. Dat betekent dat er 100 liter water in zou passen. Soms wordt hiervoor ook de term kubieke meter gebruikt. Een kubieke meter wordt geschreven als m3 en staat gelijk aan 1000 liter. Er bestaan ook verschillende varianten op de liter, namelijk een milliliter, centiliter, deciliter en hectoliter.

Wat dat is leggen wij hieronder uit: 10 milliliter is 1 centiliter, 10 centiliter is een deciliter en 10 deciliter is een liter. • Een milliliter is één duizendste van een liter, dus 0,001 liter. • Een centiliter is één honderdste van een liter, dus 0,01 liter. • Een deciliter is één honderdste van een liter, dus 0,1 liter. • 1 hectoliter is 100 liter • Een kiloliter 1000 liter. • 1 kubieke meter (m3) is 1000 liter.

Van 1m3 naar 1dm3 Zoals je misschien wel weet zorgt het feit dat het hier om kubieke meters gaat ervoor dat je een vermindering of vermeerdering met een factor 3 moet vermenigvuldigen. Dat klinkt lastiger dan het is: 1 m3 is 1000 liter, maar 1 dm3 (10 x 10 x 10 cm) is dan nog maar 1 liter. Ofwel, als je het aantal kubieke meters gedeeld door 10 doet (van 1 m3 naar 1 dm3), dan wordt het aantal liters 1000: (10 x 10 x 10) = 1 liter En je moet dus altijd rekenen met kubieke decimeters als je het over liters hebt.

Want 1 kubieke decimeter (dm3) is dus een liter.

Ja, ik wil hogere cijfers!

Er zijn een aantal vuistregels als het gaat om rekenen met liters, dat zijn de volgende: • Liters en grammen werken precies hetzelfde als meters • Centimeter is hetzelfde als centigram of centiliter • Decimeter is hetzelfde als decigram of deciliter • Meter is hetzelfde als gram of liter