Sensitiviteit En Specificiteit Berekenen

Sensitiviteit En Specificiteit Berekenen
Tests: sensitiviteit en specificiteit Ouders van jonge kinderen gebruiken liever een oorthermometer dan een rectale thermometer om de temperatuur op te nemen. In de medische literatuur is er echter nogal wat discussie over de betrouwbaarheid van oorthermometers.

De ‘sensitiviteit’ zou niet goed zijn. Hoe zat het ook alweer met de sensitiviteit en specificiteit van tests? Als een patiënt op het spreekuur komt, weet de huisarts meestal niet direct wat er aan de hand is. Hij probeert tot een diagnose te komen door anamnese en lichamelijk onderzoek. Daartoe doet hij ook tests.

In feite is elk onderdeel van het lichamelijk onderzoek te beschouwen als een test, een ‘meetinstrument’ met specifieke testeigenschappen. De termen ‘sensitiviteit’ en ‘specificiteit’ geven aan hoe goed een test in staat is te meten wat deze moet meten.

Voor het beschrijven van testeigenschappen is de zogenaamde vierveldentabel een populair hulpmiddel, De gebruikte test moet bij mensen die de aandoening hebben zoveel mogelijk een positieve uitslag geven (= sensitiviteit, A/(A+C)). Daarnaast moet de test een negatieve uitslag geven wanneer de patiënt de aandoening niet heeft (= specificiteit D/(B+D)).

Het zou het mooist zijn als elke test een sensitiviteit en specificiteit van 100% heeft. Helaas is dat meestal niet zo. De sensitiviteit en specificiteit zijn kenmerken van de test; ook wanneer de test in populaties wordt toegepast met een andere ziekteprevalentie blijven deze eigenschappen in principe dezelfde.

  • Voor de gebruiker zijn de positief en negatief voorspellende waardes van een test belangrijke eigenschappen.
  • Zij geven aan hoe groot de kans op ziekte is als de test positief is en hoe groot de kans op afwezigheid van ziekte is als de test negatief is.
  • Deze testkenmerken zijn wél afhankelijk van de populatie waarin de test wordt gebruikt.

Als de a-priorikans in een bepaalde populatie anders is, dan verandert de verhouding tussen A+C en B+D en verandert de voorspellende waarde van de test. Tabel 1Vierveldentabel

Aandoening
Aanwezig Afwezig
Test Positief Terecht positief A Fout-positief B A+B
Negatief CFout-negatief DTerecht negatief C+D
A+C‘Zieken’ B+D‘Niet zieken’ A+B+C+D

Sensitiviteit = (A/(A+C)) de kans dat de test een positieve uitslag geeft bij de mensen die de aandoening wel hebben. Specificiteit = (D/(B+D)) de kans dat de test een negatieve uitslag geeft bij de mensen die de aandoening niet hebben. Voorspellende waarde van een positieve testuitslag (VW+) = (A/(A+B)) wanneer de test positief is dat de patiënt de aandoening daadwerkelijk heeft. Voorspellende waarde van een negatieve testuitslag (VW-) = (D/(C+D)) wanneer de test negatief is dat de patiënt de aandoening daadwerkelijk heeft. Fout-positieve testuitslag = (B) wanneer de test positief is terwijl de patiënt de aandoening niet heeft. Fout-negatieve testuitslag = (C) wanneer de test negatief is terwijl de patiënt de aandoening wel heeft. Om te kijken hoe goed een test meet wat je wilt meten, vergelijk je die test met de beste test (de referentietest of ‘Gouden standaard’) die er voor de aandoening bestaat. Om vast te stellen hoe goed een oorthermometer koorts meet, vergelijk je deze met een rectale meting. In geven we een voorbeeld van metingen bij 200 kinderen. Met de rectale meting hebben 80 kinderen koorts (temperatuur > 38 o C) en 120 kinderen niet. Horizontaal staan de uitkomsten van de meting met de oorthermometer: 81 kinderen hebben koorts, 119 niet. Deze laat zien dat er wel enige maar zeker geen volledige overeenkomst tussen beide metingen is. Hoe goed de overeenkomst is, laten de sensitiviteit (64%) en de specificiteit (95%) zien. In dit voorbeeld is de voorspellende waarde van een positieve testuitslag hoog (98%) en de voorspellende waarde van een negatieve testuitslag laag (47%). Bij een positieve uitslag weet je dus vrijwel zeker dat het kind koorts heeft (98% zekerheid bij een positieve testuitslag) maar bij een negatieve testuitslag is de zekerheid dat het kind géén koorts heeft veel minder (47%). Tabel 2Vierveldentabel oorthermometer in vergelijking met ‘Gouden standaard’ rectale temperatuurmeting

Koorts (temperatuur > 38C) met rectale meting
Temperatuur > 38C Temperatuur ? 38C
Oorthermometer Temperaruur > 38C 96 A 2 B 98 A+B
Temperatuur ? 38C C54 D48 C+D 102
A+C150 B+D50 A+B+C+D 200

Sensitiviteit = (A/(A+C)) 96/150 = 64%. Specificiteit = (D/(B+D)) 48/50 = 95%. Voorspellende waarde van een positieve testuitslag = (A/(A+B)) 96/98 = 98%. Voorspellende waarde van een negatieve testuitslag = (D/(C+D)) 48/102 = 47%. Voor de dagelijkse praktijk zijn sensitiviteit en specificiteit van een test vooral theoretisch van belang.

1. Berger MY, Boomsma LJ, Albeda FW, Dijkstra RH, Graafmans TA, Van der Laan JR, et al. NHG-Standaard Kinderen met koorts. Huisarts Wet 2008:51:287-96.

: Tests: sensitiviteit en specificiteit

Wat is sensitiviteit en specificiteit?

Sensitiviteit en specificiteit bij een diagnostische test Stel: je schaft een thuistest aan. De ene is de andere niet, dus hoe betrouwbaar is het betreffende exemplaar? Hoe groot is de kans op een vals-positieve of vals-negatieve uitslag? Zéker in het geval van een test waarbij een diagnose wordt gesteld, niet geheel onbelangrijk om te weten. Hebben we het over de prestaties van diagnostische testen, dan kun je die op een aantal punten beoordelen. De sensitiviteit en specificiteit zijn er twee van. Kort gezegd: bij een sensitiviteit van 100% wordt iedereen die ziek is daarvan op de hoogte gesteld.

  • Bij een specificiteit van 100% krijgt niemand een vals-positieve testuitslag.
  • Testen die op beide vlakken 100% scoren, bestaan eigenlijk amper of niet.
  • Dat betekent dat er altijd deelnemers zijn die onterecht als ziek of ten onrechte als gezond worden aangemerkt.
  • Bij de ontwikkeling van een diagnostische test voor de markt is het dus altijd een kwestie van belangen afwegen.
You might be interested:  Lean Body Mass Berekenen

Sensitiviteit geeft het vermogen van een test aan om ziektes aan te tonen. Bij een hoge sensitiviteit krijgen veel mensen die daadwerkelijk ziek zijn een positieve testuitslag. Belangrijk, in het geval van HIV bijvoorbeeld. Of corona. Je gaat hiermee fout-negatieve uitslagen tegen en voorkomt besmettingen.

  1. Is de sensitiviteit van een test hoog, dan kun je er ook ziektes mee uitsluiten.
  2. Het nadeel: je kunt alleen met een hoge sensitiviteit niet uitsluiten dat er fout-positieven zijn.
  3. De sensitiviteit van een diagnostische test hangt met meerdere zaken samen.
  4. Zo heb je de technische (analytische) en de klinische sensitiviteit.

De technische sensitiviteit geeft aan hoe goed een test specifieke moleculen kan aantonen; eenvoudig in een laboratorium te analyseren. De klinische sensitiviteit hangt ook samen met het onderzochte materiaal, het niveau van afname, de timing van afname in het ziekteproces, enzovoorts.

Ter illustratie: bij een PCR-test om een virus aan te tonen − zoals in de coronateststraat − neemt de sensitiviteit met de tijd na besmetting af. Dit omdat de uitscheiding van het virus mettertijd over het algemeen ook vermindert. Bij tests op de aanwezigheid van antistoffen in het lichaam, is de sensitiviteit in het begin juist laag.

Het duurt immers even voordat de productie van de antistoffen op gang is. Hebben we het over specificiteit, dan wordt gedoeld op het percentage mensen met een negatieve testuitslag dat de ziekte ook echt niet heeft. Een diagnostische test met een hoge specificiteit kent dus maar weinig fout-positieven; diegenen die positief testen zijn het overwegend ook.

  1. Een test met een hoge specificiteit is dan ook vooral geschikt om ziektes bij een positieve uitslag te bevestigen.
  2. Van belang bij zeldzame aandoeningen bijvoorbeeld.
  3. Maar het sluit niet uit dat personen negatieve testuitslagen krijgen, terwijl ze eigenlijk positief zijn.
  4. Gebruik je een test met een lage specificiteit voor bijvoorbeeld het opsporen van baarmoederhalskanker, dan zullen veel vrouwen een vals-positieve uitslag krijgen.

Niet wenselijk, want dat leidt tot de nodige zorgen en onrust. Het is dus altijd van belang om bij de keuze van een test de sensitiviteit en specificiteit tegen elkaar af te wegen en in het oog te houden. De keuze voor een bepaalde test heeft immers altijd gevolgen.

Weet je de sensitiviteit en de specificiteit van een diagnostische test, dan kun je de voorspellende waarden ervan berekenen. De positief voorspellende waarde (positive predictie value (PPV)) en de negatief voorspellende waarde (negative predictie value (NPV)). Op die manier krijg je inzicht in de kans dat een positieve of negatieve uitslag ook daadwerkelijk juist is.

De waarden houden ook verband met het aantal ziektegevallen binnen de onderzoeksgroep. Dat aantal hangt op zijn beurt weer af van wie er getest is, hoe vaak de ziekte voorkomt en welke keuzes er verder zijn gemaakt bij de uitvoer van de test. De prevalentie van een aandoening wordt meestal weergegeven als een aantal gevallen per duizend of honderdduizend personen.

  • Hoe vaak het voorkomt op een bepaald moment, uitgedrukt als deel van de populatie dus.
  • Gebruik je een specifieke test bij mensen met een typisch ziektebeeld, dan zal de kans dat ze de ziekte hebben relatief hoog zijn.
  • Om bij een negatief testresultaat de ziekte uit te sluiten, is een test met een hogere sensitiviteit nodig.

Andersom is het ook zo. Gebruik je een test bij bijvoorbeeld een bevolkingsonderzoek op mensen zonder typische klachten, dan is de kans dat ze de ziekte hebben heel klein. Heeft een positieve uitslag grote gevolgen, dan moet zo’n resultaat bevestigd worden met een test met een hoge specificiteit. De betrouwbaarheid van een diagnostische test is alles; lever je tijdens het productieproces in op betrouwbaarheid, dan kun je er net zo goed niet aan beginnen. Toch lezen veel consumenten niet hoe betrouwbaar de test van hun keuze precies is. Dat kan tot misverstanden leiden, met alle gevolgen van dien.

Bij Future Diagnostics kan het gehele ontwikkelingsproces van een diagnostische test de nodige tijd in beslag nemen. Want wij ontwikkelen niet alleen. Wij richten ons ook op de betrouwbaarheid; we testen volop om te bepalen of die voldoende is. Omdat we met vakkundige mensen, de juiste apparatuur en voldoende tijd werken, kunnen wij garanties geven.

Zo verkleinen we de kans op vals-negatieve uitslagen en de daaruit voortvloeiende besmettingen. We zorgen ook dat het aantal onterecht positieve uitslagen zo klein mogelijk is. Want ook die situatie is allesbehalve wenselijk. Met onze klanten spreken wij dan ook van tevoren af hoe sensitief en specifiek een test moet zijn.

  1. Om de concurrentie voor te zijn, maar ook om aan de markteisen te voldoen; wil je een nieuwe diagnostische test op de markt brengen, dan mag die nooit minder accuraat zijn dan de tests die al op de markt zijn.
  2. Wij faciliteren daarin en denken mee.
  3. Zo vinden we samen de optimale balans tussen sensitiviteit en specificiteit en streven we altijd hetzelfde doel na.

: Sensitiviteit en specificiteit bij een diagnostische test

Wat is de sensitiviteit?

Communicatie Competentie: Sensitiviteit – Reynaarde Talentontwikkeling HRD REYNAARDE TALENTONTWIKKELING 030 – 60 627 11 [email protected]

Competentiegebied: Communicatie Communicatie omvat de competenties die betrekking hebben op gedrag dat is gericht op onderlinge interactie en communicatie, persoonlijk optreden en sociale vaardigheden. Definitie Samenhang Normindicatie: Gedrag

Het onderkennen van de gevoelens en behoeften van anderen en hiermee rekening houden, alsook het onderkennen van de invloed van het eigen gedrag op anderen.Er zijn relaties met de competenties, en, Weinig sensitiviteit gaat vaak samen met onvoldoende luisteren en weinig klantgerichtheid.

Iemand die sensitief is, heeft in gesprekken en onderhandelingen meestal meer kans op succes. Daarnaast geeft hij blijk van meer sensitiviteit naarmate hij zich flexibeler opstelt en zijn stijl om een doel te bereiken aanpast aan de behoeften van anderen. Positief: Staat open voor gevoelens en behoeften van anderen.

Realiseert zich dat bepaald gedrag bepaalde reacties en gevoelens bij mensen zal oproepen en houdt hier bewust rekening mee. Negatief: Heeft absoluut niet in de gaten wat anderen beweegt en bezighoudt en is (soms) daarin ook niet geïnteresseerd. Begrijpt niet dat gedrag van anderen ten opzichte van de betrokkene zelf iets te maken zou kunnen hebben met het eigen gedrag.

You might be interested:  Dagwaarde Auto Berekenen Bij Total Loss

Hoe krijg je sensitiviteit?

Leer jezelf goed kennen – Sensitiviteit wordt jouw superkracht wanneer je jezelf goed kent. Probeer erachter te komen welke dingen jou te veel energie kosten en wat je nodig hebt om op te laden. Dankzij jouw inlevingsvermogen weet je sneller hoe je anderen kunt helpen en dat kan je heel gelukkig maken. Leer daarnaast wel goed je eigen grenzen kennen en durf die aan te geven.

Waarom is sensitiviteit belangrijk?

Sensitief. Je begrijpt de emoties van een ander en in welke staat diegene zich bevindt. Je gaat goed om met geuite emoties en uitgesproken gedachten van anderen.

Hoe herken je een hoog sensitief?

Een zogenaamde HSP (Highly Sensitive Person of hoogsensitief persoon) is iemand die gevoeliger is voor indrukken en prikkels dan gemiddeld. Hij of zij neemt subtielere nuances waar in de lichaamstaal en stemmingen van anderen en is gevoeliger voor licht, geuren en geluiden.

Wat is het verschil tussen sensitief en responsief?

Sensitief : gevoelig zijn voor signalen van de kinderen, deze herkennen en goed weten te interpreteren (kijken en luisteren) Responsief : adequaat reageren op de signalen: een reactie geven waaruit blijkt dat je de intenties van het kind goed hebt begrepen.

Hoeveel procent is hoog sensitief?

Slapen Hoogsensitiviteit (HSP, Highly Sensitive Person) is geen psychische klacht of psychische aandoening maar een persoonlijkheidskenmerk. Ongeveer 15 tot 20 procent van de mensen zou hoogsensitief zijn. Voor zover bekend zijn er net zo veel hooggevoelige mannen als vrouwen.

Wat is het tegengestelde van sensitief?

synoniemen vertalingen over deze site als trefwoord met bijbehorende synoniemen: gevoelig (bn) : fijnbesnaard, fijngevoelig, gevoelvol, ontvankelijk, openstaand, sensibel, sensitief, sentimenteel, susceptibel, teder, teergevoelig, teerhartig, week, weekhartig gevoelig (bn) : aanmerkelijk, aanzienlijk, belangrijk, merkbaar, voelbaar, zeer gevoelig (bn) : fiks, kwetsbaar, pijnlijk, precair, teer, vatbaar, zwaar, zwak gevoelig (bn) : aandoenlijk, ontroerend als synoniem van een ander trefwoord: zwak (bn) : afgeleefd, broos, gammel, gebrekkig, gebroken, gevoelig, hulpbehoevend, krachteloos, kwetsbaar, lamlendig, machteloos, mat, slap, teer, versleten, wankel, week, wrak lichtgeraakt (bn) : fijngevoelig, gevoelig, kittelachtig, kittelorig, korzelig, kribbig, kwetsbaar, prikkelbaar, susceptibel, tips schrijnend (bn) : gevoelig, grievend, hartverscheurend, navrant, nijpend, pijnlijk, snerpend, stekend, tragisch precair (bn) : bedenkelijk, gevoelig, hachelijk, heikel, onzeker, twijfelachtig, zorgelijk, zorgwekkend teer (bn) : breekbaar, broos, delicaat, fijn, frêle, gevoelig, kwetsbaar, tenger, zacht, zwak teder (bn) : broos, delicaat, fijn, gevoelig, kwetsbaar, lief, teer, teerhartig, week, zacht gevoelvol (bn) : gevoelig, sensitief, sentimenteel, treffend, zielroerend, zielverheffend ontvankelijk (bn) : beïnvloedbaar, gevoelig, open, receptief, sensibel, toegankelijk, vatbaar vatbaar (bn) : dociel, gepredisponeerd, gevoelig, ontvankelijk, open, toegankelijk pijnlijk (bn) : gevoelig, lastig, netelig, onaangenaam, penibel, precair, wrang sentimenteel (bn) : gevoelig, gevoelvol, overgevoelig, teerhartig, weekhartig week (bn) : gevoelig, murw, sentimenteel, teergevoelig, teerhartig kies (bn) : delicaat, discreet, fijngevoelig, gevoelig, teer sensibel (bn) : gevoelig, ontvankelijk, prikkelbaar, sensitief zwak (bn) : breekbaar, fijn, gevoelig, teer, tenger, zwakjes delicaat (bn) : broos, fijn, gevoelig, teer, wekelijk, zwak vatbaar (bn) : broos, gauw ziek, gevoelig, zwak kwetsbaar (bn) : broos, gevoelig, weerloos, zwak zeer (bn) : gevoelig, pijnlijk, smartelijk teerhartig (bn) : gevoelig, sentimenteel, week sensitief (bn) : gevoelig, sensibel teer (bn) : gevoelig woordverbanden van ‘gevoelig’ grafisch weergegeven in Charivarius’ Een Ander Woord (1945) : aandoenlijk : treffend, gevoelig, week, teer aantrekkelijk : gevoelig dankbaar : erkentelijk, verplicht, gevoelig gevoelig : dankbaar gevoelig : vatbaar, ontvankelijk, aantrekkelijk, aandoenlijk, prikkelbaar, teer, week lichtgeraakt : kittelorig, balorig, kwalijknemend, lastig, ongemakkelijk, gevoelig, prikkelbaar, knorrig, driftig ontvankelijk : vatbaar, gevoelig vatbaar : ontvankelijk, toegankelijk, geschikt, gevoelig in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908) : Licht vatbaar voor indrukken op ziel of lichaam; aandoenlijk is vrijwel verouderd, het wordt thans nog alleen in enkele streken gebruikt voor indrukken van ziekelijken aard, terwijl gevoelig op alle soorten van indruk slaat.

Dit meisje had een aandoenlijk hart; zij was uiterst gevoelig voor een vriendelijk woord. Bet kind bleef gevoelig voor elke weersverandering. Moeilijk te dragen of te verrichten. Zwaar zegt, dat er veel kracht voor noodig is; hard dat het ons pijnlijk treft; gevoelig dat het ons leed doet, en dat de gevolgen nog geruimen tijd merkbaar zijn.

Een zware slag (een groot verlies); een harde slag (een onoverkomelijk verlies). Een hard geval. Het valt hard zich met ondank beloond te zien. Eene gevoelige nederlaag. in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz.235 : in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis): gevoelig ≠ gevoelloos, ongevoelig woorden met een verwante vorm: bij andere sites: synoniemen-sites: algemene woordenboeken: oorsprong: zinsverband en voorbeeldzinnen: overige: debug info: 0.0025 c

Wat is de positief voorspellende waarde?

De positief voorspellende waarde (PVW) is het deel van de onderzochte deelnemers met een positieve testuitslag dat ook daadwerkelijk de ziekte heeft. De indicator geeft informatie over de effectiviteit van de uitvoering van het programma.

Wat is een vals positief?

Uitslag is fout-positief – Een testuitslag is fout-positief als de uitslag “positief” of “afwijkend” is (‘u bent ziek’), maar bij vervolgonderzoek blijkt dat iemand de ziekte niet heeft. In het figuur is dit het groene poppetje rechtsonder in de figuur.

Wat is de likelihood ratio?

De positieve likelihood ratio geeft aan in welke mate een ziekte aannemelijker wordt bij een patiënt na het vinden van een positief testresultaat. Men spreekt ook wel van aantonende kracht van een positief testresultaat. Het is de verhouding tussen de kans op een positieve testuitslag bij zieken en die bij niet-zieken.

Heb ik ADHD of HSP?

Wat zijn de verschillen en hoe maak je het onderscheid? –

ADHD wordt gezien als een stoornis en er is medicatie beschikbaar om je hierbij te ondersteunen, terwijl hoogsensitiviteit en hoogbegaafdheid wordt gezien als een eigenschap of persoonskenmerk. Door de diepe verwerking van prikkels leert een HSP langzamer, maar grondig. Terwijl een ADHDer sneller, maar globaler leert. Een hoogbegaafd persoon heeft een IQ van 130 of meer. De hoogte van het IQ staat bij een hoogsensitief persoon en bij iemand met ADHD los van de eigenschap. Een HSP ervaart overprikkeling vaker door externe prikkels, waar ADHD dit voornamelijk door interne prikkels ervaren. Iemand met ADHD vindt het bijna altijd lastig om zich goed te concentreren, terwijl een hoogsensitief persoon zich in de juiste omgeving prima kan concentreren. (Tenzij je als HSP chronisch overprikkeld bent, maar dat is een ander verhaal) Hoogsensitieve personen zijn gebaat bij een rustige omgeving en hebben dit nodig om in balans te blijven. Iemand met ADHD wordt niet per definitie rustiger in een rustige omgeving. Hoogbegaafden hebben meer energie op een dag dan HSP’ers en AD(H)D’ers. Hoogbegaafden voelen na een dag werken de ontspanning pas als ze ‘s avonds bijvoorbeeld nog een studieboek lezen, waar HSP’ers en ADHD’ers met veel minder prikkels al ‘vol’ zitten.

You might be interested:  Kabeldikte Berekenen 230V

Heb ik ADD of HSP?

Concentratie – En ook op het gebied van concentratie en focus zie je een duidelijk verschil. Een HSP’er kan zich over het algemeen goed concentreren, terwijl iemand met ADD meer moeite heeft met informatie opmerken, opnemen en zich erop focussen. Heb je ADD, dan ben je bijna altijd afgeleid, Bij een hooggevoelig persoon is vooral sprake van afleiding als er te veel prikkels binnenkomen.

Is mijn kind hoog sensitief?

Lichamelijk –

  • Hooggevoelige kinderen zien veel, nemen kleine veranderingen waar en observeren graag wat er gebeurt. Hun ogen zijn gevoelig, licht noemen ze snel ‘fel’.
  • Hooggevoelige kinderen horen scherp en noemen geluiden snel ‘hard’.
  • Hooggevoelige kinderen voelen veel en kunnen intens reageren op pijn.
  • Hooggevoelige kinderen ruiken en proeven goed, ze kunnen kleine verschillen onderscheiden.
  1. Wat is de valkuil van empathie?

    Valkuil: te inlevend of te invoelend. Te empathisch, te inlevend, te invoelend of te begripvol is een valkuil. Je kunt je goed verplaatsen in de ander maar je gaat te ver. Merk je dat je soms té inlevend bent en dat je je teveel verplaatst in de gevoelens van de ander?

    Hoe weet ik of ik empathie heb?

    4 kenmerken van een hoog empathisch vermogen – Waaraan kun je nu zien of je een hoog empatisch vermogen hebt? Dit zijn 4 kenmerken:

    • Je hebt steeds een ‘antenne’ voor hoe anderen zich voelen.
    • Je bent betrokken bij anderen en je houdt rekening met hun gevoelens alvorens in actie te komen.
    • Je kunt je makkelijk voorstellen hoe anderen zich voelen.
    • Je kunt eenvoudig de emotionele reactie van de ander voorstellen.

    Waaruit blijkt dat je inlevingsvermogen hebt?

    Is een empathisch vermogen hetzelfde als inlevingsvermogen? – Met het empathisch vermogen wordt bedoeld: de kwaliteit om gevoelens van anderen aan te voelen. Dit gaat verder dan gevoelens, omdat het ook gaat over het inleven in belangen, wensen en behoeften.

    Wat is sensitiviteit en responsiviteit?

    Sensitief : gevoelig zijn voor signalen van de kinderen, deze herkennen en goed weten te interpreteren (kijken en luisteren) Responsief : adequaat reageren op de signalen: een reactie geven waaruit blijkt dat je de intenties van het kind goed hebt begrepen.

    Wat betekent sensitief in het Nederlands?

    bijv.naamw.

    Uitspraak: t i : ie als in riep, dia f”>sɛnziˈtif ]
    Afbreekpatroon: sen·si·tief

    1) gevoelig voor zintuiglijke gewaarwordingen

    Voorbeeld: `Sensitief intelligente mensen zijn bewust waarnemende mensen.`
    sensitieve communicatie (communicatie waarbij je gevoelens en behoeften van anderen onderkent en er rekening mee houdt)

    2) emotioneel gevoelig psychologie

    hoog sensitief persoon (iemand die veel intenser op prikkels reageert dan anderen) `Hoogsensitieve volwassenen hebben vaak stress, vermoeidheid, angsten en overgevoeligheid.` Synoniem: hooggevoelig persoon

    Kernerman Dictionaries, Synoniemen gevoelig kwetsbaar 3 definities op Encyclo wie snel met gevoel ergens op reageert vb: hij begreep wat ik voelde, hij is erg sensitief Synoniemen: gevoelig ontvankelijk 1) Emotioneel zeer gevoelig 2) Gevoelig 3) Gevoelig voor zintuiglijke indrukken 4) Kwetsbaar 5) Ontvankelijk 6) Overgevoelig 7) Zeer gevoelig 8) Zeer gevoelig voor gewaar.

    Wat is sociale sensitiviteit?

    Competentie Interpersoonlijke sensitiviteit – Gedrag dat getuigt van het onderkennen van de gevoelens en behoeften van anderen. Zich verplaatsen in anderen en zich bewust tonen van de invloed van het eigen handelen op anderen.

    Waarom ben ik sensitief?

    Ben jij hoogsensitief? Doe de test Hoogsensitiviteit is een eigenschap die bij ongeveer 20% van de mensen voorkomt. Wat het precies inhoudt? De naam zegt het eigenlijk al: je bent erg gevoelig. Voor prikkels, voornamelijk. Hoogsensitiviteit is een erfelijke eigenschap; het zit in je genen.

    1. Als HSP (Hoog Sensitief Persoon) staan je zintuigen meer op scherp.
    2. Daardoor neem je meer waar, ook de subtiele dingen.
    3. Dat kan handig zijn, maar je raakt er wel wat sneller van overprikkeld.
    4. Expert en grondlegger van de informatie en onderzoeken rondom HSP Elaine Aron heeft een vragenlijst ontwikkeld waaruit je zou kunnen aflezen of je hoogsensitief bent of niet.

    Waarom je zou willen weten of je hooggevoelig bent? Om meer begrip te krijgen voor jezelf, maar ook om bijvoorbeeld je partner te informeren erover. Ben je er klaar voor? Antwoord: Ja/ Nee

    Ik ben me bewust van subtiele signalen in mijn omgeving. Ik word beïnvloed door stemmingen van anderen. Ik ben nogal gevoelig voor pijn. Tijdens drukke dagen merk ik dat ik behoefte heb om me terug te trekken op een plek waar ik ongestoord alleen kan zijn. Ik ben gevoelig voor de effecten van cafeïne. Ik raak gemakkelijk overvoerd door dingen als fel licht, sterke geuren, grove weefsels of harde sirenes. Ik heb een rijke complexe innerlijke belevingswereld. Ik voel mij niet op mijn gemak bij harde geluiden. Ik kan diep ontroerd raken door kunst of muziek. Ik ben consciëntieus (wil dingen volgens mijn geweten doen). Ik schrik gemakkelijk. Ik voel me opgejaagd als ik veel moet doen in korte tijd. Ik raak geïrriteerd als mensen proberen me te veel dingen tegelijk te laten doen. Ik doe erg mijn best te voorkomen dat ik fouten maak of dingen vergeet. Ik kijk uit principe niet naar gewelddadige films of tv-shows. Ik voel me ongemakkelijk als er om mij heen veel gebeurt. Veranderingen in mijn leven brengen mij van mijn stuk. Ik heb een neus voor delicate geuren, smaken, geluiden en geniet daarvan. Het vermijden van situaties die me van streek maken heeft bij mij een hoge prioriteit. Als kind werd ik door mijn ouders of leraren gevoelig of verlegen gevonden. Als mensen zich in een fysieke omgeving niet prettig voelen, weet ik meestal wat er moet gebeuren om dat te veranderen. Als ik erge honger heb heeft dat sterke invloed op mijn concentratievermogen of mijn humeur. Als ik met iemand moet wedijveren of op mijn vingers word gekeken, word ik zo nerveus dat mijn prestaties veel minder zijn dan gewoonlijk.